Lijden en geluk, ze zijn beide organisch, zoals een bloem en vuilnis. Als de bloem op weg is om een stuk vuilnis te worden, kan het vuilnis op weg zijn om een bloem te worden.
—Thich Nhat Hạnh
Vallen, afbrokkelen, rotten en ontbinden om te groeien. Welke ethiek hanteren wij bij begrippen als behoud en verval? We voeden en bloeien door het ongemak van verval te omarmen. Verval als de vruchtbare grond waarop we staan. Het voortdurende proces van verval, van wederopbouw en bloei. We omarmen het ongemak van het onbekende en het experiment, en observeren wat er groeit. De dood niet als het einde, maar als de voorloper van het leven. Door deze notie van verval willen we het instituut opnieuw verbeelden en heroriënteren. Verval zou in dit opzicht ongemak kunnen oproepen, maar het is juist dit gevoel van ongemak waar we mensen willen aanmoedigen zich comfortabeler mee te voelen.
We omarmen de viezigheid van het moment waarin we leven, de tijdelijkheid van de ruimte, van deze mogelijke toekomst. We willen het verval van de grond waarop we zitten omarmen en erkennen dat die er is om ons de mogelijkheden te tonen, zonder ons te veel te richten op vreugde of te weinig aandacht te besteden aan de complexiteit van het trauma.
Kunnen we bepaalde Europese ideeën over bewaring op losse schroeven zetten en de zorgvuldigheid vieren waarmee bepaalde ideeën, structuren en overtuigingen sterven, rotten en vergaan? Wij willen het experiment terugbrengen in het instituut, door het verval te beseffen en op te bouwen, zodat er nieuwe, meer geïnspireerde en ongebonden toekomsten en heden kunnen ontstaan. Herstellende handelingen vereisen het afbreken van structuren van uitsluiting en ontkenning die het museumproject hebben afgeschermd tegen het inzien van zijn eigen medeplichtigheid aan problematische projecten van kolonialisme.
Het idee van herstel is onmogelijk, omdat herstel onvermijdelijk de heersende orde in stand houdt. Maar nogmaals, niet alles kan vergaan, en dus kan ‘ontregeling’ alleen plaatsvinden als verval een potentie is. We onderzoeken wat de potentie van verval en wedergeboorte zou kunnen betekenen, terwijl we erkennen dat sommige dingen nooit zullen vergaan.
Samen met kunstenaars onderzoeken we wat er op het spel staat als we het heden als rottend bewonen. Een rottend heden vol mogelijkheden. Joël Andrianomearisoa ontwikkelt in zijn werk de geur van verval en wanhoop. Narges Mohammadi onderzoekt verval als tijdelijkheid, het vasthouden van een ruimte en verdwijnen. Worden en verdwijnen. Geo Wyex onderzoekt wat er onder de oppervlakte stinkt. Wyex laat ons luisteren naar de drek van het verval. Deze kunstenaars, denkers, makers en brekers helpen ons door hun provocaties de mogelijkheden te verbeelden die verval biedt.