
AKINCI presenteert met trots de solotentoonstelling Roiter’s Spheres van Andrei Roiter (Moskou, 1960). De tentoonstelling toont een nieuwe serie werken waar Roiter sinds vorig jaar aan werkt en loopt van 21 februari tot 5 april 2025. De opening van de tentoonstelling vindt plaats op vrijdag 21 februari tussen 17:00 en 19:00 uur.
Zoals de titel al doet vermoeden, draait Roiter’s Spheres om het thema van bollen, driedimensionale ronde vormen en meestal in de vorm van transparante bellen. Hoewel bubbels een relatief nieuw onderwerp zijn voor Roiter, is de bolvorm eigenlijk al in zijn hele oeuvre aanwezig. De vroegste verschijning was in de jaren 1990 toen hij een serie schilderijen en objecten met aardappels maakte. Later, vanaf 2010, doken bollen weer op in de vorm van bollen in schilderijen, objecten en sculpturen. Tegenwoordig gebruiken bubbels zijn canvas om niet zozeer objecten uit te drukken, maar eerder een spookachtige en mysterieuze aanwezigheid in ons midden. De schilderijen in deze tentoonstelling roepen het scala aan associaties op die de zeepbel in de loop van de geschiedenis heeft opgebouwd en spreken over thema’s als de vergankelijkheid van het leven, de vrijheid van de verbeelding, isolement of transcendentie. Een van deze recente luchtbellenschilderijen werd voor het eerst gepresenteerd op Art Rotterdam 2024, en een ander maakt nu deel uit van de permanente collectie in het Dordrechts Museum.
Roiter’s composities doen denken aan Nederlandse of Spaanse stillevens uit de 17e eeuw of latere werken van Manet en Morandi en plaatsen bellen vaak tussen objecten in evenwichtige constructies, of gewoon zwevend in de atmosfeer. Net als een vanitas schilderij dat de kijker herinnert aan de constante nabijheid van de dood, laat Roiter zijn bubbels op overvolle boekenplanken rusten (soms knijpen), waardoor een angstaanjagende (of harmonieuze) juxtapositie ontstaat tussen de materialiteit van boeken en de onstoffelijkheid van de zeepbel. Je kunt je afvragen of Roiter op poëtische wijze suggereert dat ons intellectuele erfgoed, dat in de vorm van boeken door de beschaving heen bewaard en doorgegeven is, concurreert met het schrikbeeld van onze onvermijdelijke uitroeiing. Of dat ze elkaar versterken en ons helpen dit vluchtige moment te waarderen.
Het is onmogelijk om niet op te merken dat de werken in deze tentoonstelling de tegenstellingen typeren die altijd aanwezig zijn in het werk van Andrei Roiter: sensueel dromerig en toch intellectueel en zelfironisch; etherisch en atmosferisch en toch raadselachtig en resonerend met een onzekere open einde.