Over de tentoonstelling
Voor zijn tentoonstelling in de kunsthistorisch intimiderende Galleria Borghese in Rome in 2009, waar Op de Beeck in dialoog ging met de oude meesters, maakte hij voor het eerst zes grote zwart-wit aquarellen, die vandaag als geheel deel uitmaken van de vaste collectie van het MAXXI (museum voor actuele kunst) in Rome.
Sinds toen, tot op heden, werkt Op de Beeck tussen het creëren van zijn sculpturale werken, grote immersieve installaties en videofilms door, gestaag verder aan deze reeks. Hoewel elke aquarel telkens een voldragen, autonoom kunstwerk is, vormen ze samen een soort steeds groter wordend prentenboek, als een uitdijend universum.
Thematisch evoceren de aquarellen fictieve oorden, personages en stillevens in duistere, feeërieke, veelal nachtelijke omgevingen. Het zijn raadselachtige beelden die melancholie en bevreemding oproepen, maar ook telkens een grote rust en stilte uitstralen. Ze reiken de toeschouwer de kiem aan van mogelijke verhalen. Op de Beeck schildert ze doorgaans ’s nachts, alleen in het zwijgende atelier, wanneer, zonder onderbreking, de roes en een gevoel van tijdloosheid zich meester van hem maken.
De droom, de slaap, het onderbewuste, het ritueel, de overgave aan het onbekende, de groeipijnen en obstakels van de condition humaine en de nietigheid van de mens ten aanzien van het sublieme van de natuur zijn weerkerende motieven.
In The Secret Place (2022) zien we een jong meisje in een roeiboot met een vastberaden, geheimzinnige blik naar een duistere plek drijven, tussen een dichtbebost labyrint van kale boomstammen. Bootjes, kano’s, vlotten zijn vehikels die de kunstenaar associeert met zowel daadkracht als overgave aan de grillen van het lot.
Vaak balanceren Op de Beecks beelden tussen zachtaardig idyllisch en verontrustend duister. De noties van geheimzinnigheid en onverklaarbaarheid en de fundamentele eenzaamheid van het individu komen regelmatig in de aquarellen terug. Maar evenzeer zien we kleine thema’s, zoals een stilleven van banale objecten als memento mori, of de micropoëzie van regendruppels op het water of loom voorbij zwevende zeepbellen.
In deze nieuwe aquarellen komen anderzijds ook vaak dieren voor. Ze bevolken de fictieve oorden en dragen bij tot de mystieke stemming ervan, zoals in The White Peacock (2022), waarin het paradijselijke dier zijn staart spreidt tot een fijnmazige waaier. Als mens herkennen we ook makkelijk menselijke gevoelens in een dier. Zo spreekt uit uit de blik van het paard in Horse (night time) (2022) de melancholie van het wachten in het duister en het ongewisse.
In het werk The Dark Pond (2022) zien we een deel van een vijver waarop enkele smetteloos witte waterleliebloemen drijven; in het duister onder het wateroppervlak zien we enkele koivissen van ons wegzwemmen. Witte lelies staan voor zuiverheid en vergankelijkheid. De koivis, een erg levenskrachtige vis, die zelfs het vermogen heeft stroomopwaarts te zwemmen, staat voor moed en doorzettingsvermogen. Beide componenten verhouden zich tot het water, dat bij Op de Beeck in zijn beeldend werk in het algemeen telkens zowel letterlijk als figuurlijk voor ‘reflectie’ staat: het bespiegelend nadenken, beschouwen, overdenken.
Naast de aquarellen, werd er in de tentoonstelling ook een beperkt aantal sculpturale werken opgenomen, zoals een bas-reliëf van een zeezicht (Seaview, 2022) of een stel elegante dameshanden die een lauwerkrans aan het plaatsen zijn op een denkbeeldig hoofd (Gesture (laurel wreath), 2022). Zoals in de aquarellen, draait het in deze sculpturen om universele onderwerpen, empathische handelingen en reflecties. Essentie zit volgens de kunstenaar in de aandacht en toewijding voor de kleine dingen en gestes, en niet in het holle, grote, spectaculaire gebaar.
In zijn beeldend werk in het algemeen, wil Op de Beeck dat het beeld je uitnodigt het mentaal te betreden, dat het in de eerste plaats gevoelens van herkenning, troost en kalmte oproept, en dat het je van daaruit, tussen de regels, diepere lagen en referenties laat ontsluieren.
Hans Op de Beeck
De internationaal gerenommeerde Belgische kunstenaar Hans Op de Beeck werkt graag met verschillende kunstuitingen. Zo realiseert hij onder anderen grote installaties, sculpturen, films, tekeningen, schilderijen en foto’s. In zijn werk reflecteert de kunstenaar op onze complexe samenleving en universele onderwerpen zoals zingeving en sterfelijkheid. Hij beschouwt de mens als een wezen dat de wereld op een tragikomische manier benaderd. Bovenal wil Op de Beeck met zijn werk de zintuigen van de kijker stimuleren en een moment van verwondering, stilte en introspectie creëren.
Hans Op de Beeck werd geboren in Turnhout in 1969. Hij woont en werkt in Brussel, België. Zijn werk werd wereldwijd getoond in solo- en groepstentoonstellingen:
Hans Op de Beeck had institutionele solotentoonstellingen in het GEM museum voor actuele kunst in Den Haag, NL; MUHKA Museum van Hedendaagse Kunst, Antwerpen, BE; Centraal Museum, Utrecht, NL; de Galleria Borghese, Rome, IT; Smithsonian’s Hirshhorn Museum and Sculpture Garden, Washington DC, USA; Sammlung Goetz, München, DE; Museum Arnhem, NL; Scheepvaartmuseum Amsterdam, NL, en meer recentelijk in The State Hermitage Museum, St Petersburg, RU, en Amos Rex Museum, Helsinki, FI. Op de Beeck nam deel aan groepstentoonstellingen in bijvoorbeeld het Reina Sofia, Madrid, ES; PS1, New York, NY, USA; Centre Pompidou, Parijs, FR; Het Gemeentemuseum, Den Haag, NL; Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Brussel, BE; Museum Voorlinden, Wassenaar, NL; Kröller-Müller Museum, Otterlo, NL; Tate Modern, Londen, GB, en nog veel meer.