Diep in het geheugen, ergens verstopt in de krochten van je brein, liggen de belangrijkste herinneringen opgeslagen die je als mens hebben gevormd. Geen heldere plaatjes zoals in foto’s of video’s, maar een mengeling van zintuigelijke ervaringen. De penetrante geur van een opeengepakte mensenmassa, de drukkende stilte tijdens een onaangenaam bezoek, het overslaan van een stem, de intense blik van een voorbijgaand individu.
Levi van Veluw werkte het afgelopen jaar onafgebroken aan een nieuwe serie werken. Aan de hand van grillige, uit tulpenhout vervaardigde lijnen maakte hij een sculpturale blauwdruk van zijn nooit eerder in beeld gebrachte herinneringen. Als een seismograaf die verloren hersengolven registreert rangschikt hij de houten lijnen tot een aangrijpende enscenering.
Door de ogen van de kunstenaar word je actief in de voorstelling getrokken. Soms ben je toeschouwer, een andere keer speel je de hoofdpersoon. Bij het ene werk verstoor je een familiediner, en bij een andere ben je getuige van een handgemeen. Terwijl de borende blikken je aanstaren word je medeverantwoordelijk gemaakt voor de situatie die zich voor je ogen ontvouwt. Je wordt bekeken maar je kijkt op een bepaalde manier ook van buitenaf naar jezelf. Het is de vervreemding van dromen waarin je zwevend boven je lichaam je eigen acties bekijkt. De restanten van haast vervlogen momenten zijn kernachtig in beeld gebracht.
Naast wandsculpturen maakte van Veluw een ruimtelijke installatie en een film. De ronde ruimte voelt aan als een gevangenis zonder ontsnappingsmogelijkheid. De muren van de cilindervormige kamer bevatten eindeloze kasten die van onder tot boven gevuld zijn met honderden hoofden. Ben je beland in een depot, een atelier? Of bevind je je aan de binnenkant van het kunstenaarsbrein?
In de film zien we de kunstenaar in een neurotische werklust steeds weer zijn eigen hoofd kleien. Als in een koortsdroom probeert hij kost wat kost alle planken in de kasten achter zich te vullen. Steeds als hij denkt de laatste plank te hebben gevuld ligt er alweer een nieuw blok klei op hem te wachten en begint de handeling weer van voorafaan. Het doet denken aan de mythe van Sisyphus, waarbij het hoofdpersonage veroordeeld is tot het voortdurend omhoog duwen van een rotsblok naar de top van een berg, waar hij vervolgens weer vanzelf naar beneden rolt. Net als Sisyphus is van Veluw letterlijk gevangen in de obsessieve herhaling van zijn scheppingsdrang. Het reproduceren van zijn eigen beeltenis is een zoektocht naar de eeuwige jeugd of een onmogelijk streven naar onsterfelijkheid – een ambitie die ten grondslag ligt aan ieder kunstenaarschap.