
Voor deze tentoonstelling vulde Gander de ruimte met objecten die normaliter niet als ‘kunst’ worden geclassificeerd. Hoewel de meeste tentoongestelde objecten doen denken aan een galerie of museumruimte, worden ze meestal over het hoofd gezien. Het is niet de eerste keer dat vermeende ‘niet-kunst’ in een tentoonstellingsruimte wordt getoond, maar I’m at 4% is meer een voorstel voor een nieuwe manier van denken dan een commentaar op het veelbesproken onderscheid tussen kunst en niet-kunst. Gander verlegt de aandacht naar de onderdelen waaruit een tentoonstelling bestaat in plaats van ze te verbergen. Op die manier maakt hij een inventieve en associatieve manier van interactie met de werken mogelijk die de verbeelding van de kijker aanspreekt in diens zoektocht naar betekenis.
Bij het betreden van de galerie wordt de bezoeker begroet door een vergrote pagina uit een commentaarboek dat aan de muur hangt. Deze pagina met in uitvergroot handschrift weergegeven commentaren van verschillende auteurs is afkomstig van een eerdere tentoonstelling van de kunstenaar. Op deze manier wordt het boek uitgelicht als een bewijs van deelname op een bepaald moment. In de tentoonstellingsruimte liggen handgemaakte wijnglazen verspreid over de vloer, als restjes van een openingsfeest. Sommige zijn vormgegeven als twee versmolten glazen, waardoor de bezoeker de indruk krijgt dubbel te zien. De glazen, gewoonlijk niet meer dan overblijfsels, worden in hun nieuwe omgeving een in de tijd verankerde markering. Andere schijnbaar losse eindjes liggen verspreid in de ruimte, zoals een animatronic kat die op de vloer slaapt; spiegelende stalen platen die hoofdstukken zijn van een nog niet gepubliceerde dichtbundel; een van achteren verlicht billboard met een verzameling illustraties met uitzicht vanuit ramen, afkomstig uit boeken in de bibliotheek van de kunstenaar; of een raam dat de studio van de kunstenaar moet onthullen, maar dat bedekt is met vorst.
In The Bakery speelt de lecture video Loose Associations (Wretched ’20). Gander maakt deze lezingen ieder jaar sinds 2000. Het werk is exemplarisch voor zijn associatieve manier van denken in de manier waarop Gander het verhaal vakkundig en met humor van onderwerp naar onderwerp leidt, waarbij hij reflecteert op een breed scala aan culturele gebeurtenissen.
Door werken en tentoonstellingen te creëren die voortbouwen op het associatieve en visuele in plaats van het linguïstische, biedt Gander een nieuwe methodologie voor het begrijpen van de objecten die ons omringen en duidt hij de kwetsbaarheid van de dominante, lineaire manier om naar de geschiedenis te kijken.