Annet Gelink Gallery nodigt u graag uit op vrijdag 7 november tussen 18:00 en 20:00 uur voor de opening van Paintings and Polaroids – A Chair, A Clock, A Shirt, A Car, een groepstentoonstelling in de hoofdruimte van de galerie. De tentoonstelling vertrekt vanuit een reeks Polaroids die Robby Müller in de jaren tachtig maakte in Los Angeles. Via het werk van Leo Arnold, Carla Klein en Rinella Alfonso ontvouwt de expositie zich tot een bredere dialoog tussen fotografie en schilderkunst, tussen het onmiddellijke en het blijvende, tussen het reële en de reproductie.
De Polaroids van Robby Müller spreken de taal van directheid — momenten van stilstand waarin natuurlijk en kunstlicht elkaar ontmoeten, beelden die in de hand van de kunstenaar verder ontwikkelen. Elke foto is zowel een document van een specifieke tijd en plaats als een ruimte voor projectie: open en anoniem, waar de herinnering en waarneming van de toeschouwer wortel kunnen schieten. Beelden van ramen, wegen en interieurs suggereren geen verhaal, maar aandacht — ze registreren geen gebeurtenissen, maar het kijken zelf, gevormd door het spel van licht dat door oppervlakken en ruimtes beweegt.
Door de hele galerie weerklinkt de schilderkunst als echo én tegenhanger van Müllers directe medium. De werken van Leo Arnold lijken een volledige ervaring in één oogopslag te omvatten, alsof ze met de snelheid van het zien zelf zijn geschilderd. Toch onthullen hun geschilderde oppervlakken tijd als uitgerekt en gelaagd. Arnolds beelden balanceren tussen stilstand en beweging, als een klok die eeuwig 11:05 aanwijst maar voortdurend op het punt staat de volgende minuut in te gaan.
In de schilderijen van Carla Klein wordt de dialoog tussen fotografie en schilderkunst expliciet. Hoewel ze fotografie als uitgangspunt neemt, vertrekt haar werk niet vanuit een digitaal beeld, maar vanuit de afdruk zelf — sporen van inkt, lichte ontwikkelfouten: ze vormen de grond waaruit haar schilderijen ontstaan. Het resultaat is geen vertaling van fotografie naar verf, maar een blootlegging van de materiële en temporele afstand tussen beide media. In haar werk worden het mechanische en het handgemaakte, het origineel en de reproductie, het fysieke en het abstracte onlosmakelijk met elkaar verweven, wat leidt tot dromerige, soms unheimische scènes.
Door de hele tentoonstelling dragen de werken sporen van bewoonde ruimtes. Stoelen, klokken, overhemden en auto’s verschijnen als substituten voor menselijke aanwezigheid — objecten getekend door gebruik, maar gedefinieerd door afwezigheid. Geworteld in de geschiedenis en gevoeligheden van Curaçao en het Caribisch gebied, onderzoekt Rinella Alfonso in haar schilderijen de grens waar de materiële wereld het symbolische ontmoet. Haar composities tonen hoe objecten menselijke geschiedenissen opnemen en dragers worden van geloof, herinnering en identiteit. In haar handen wordt het alledaagse een vat vol spirituele en culturele resonantie, balancerend tussen werkelijkheid en verbeelding.
Gezamenlijk lijken de werken minder gericht op het weergeven van de realiteit dan op het overbrengen van het vluchtige gevoel erin aanwezig te zijn. Ze blijven hangen in een toestand van stilstand, en nodigen de toeschouwer uit om de leegtes te bewonen die worden achtergelaten door afwezige subjecten, door het verstrijken van de tijd en door het licht dat voortdurend wordt weerkaatst, geabsorbeerd en verspreid — momenten die altijd balanceren tussen wat wordt vastgelegd en wat ontsnapt.