De blik glijdt mee, letterlijk van beeld naar beeld, tot hij stil houdt bij de achterkant van een bronzen sculptuur. Het is het beeld van een vrouw met een lange geplooide hoofddoek die, met haar rug naar de camera gedraaid, uitkijkt over de immense blauw gekleurde glaswand van een moderne kantoortoren. We cirkelen rond in Botanique, de Brusselse Kruidtuin die in de negentiende eeuw werd aangelegd. Emma van der Put maakte er opnames van de sculpturen die nog altijd in de botanische tuin staan. Zij zijn in haar video Project Panorama, 2025, de protagonisten die vanuit hun in de geschiedenis verankerde positie de voort razende ontwikkeling van de stad aanschouwen. De groep standbeelden met hun verstilde drama contrasteert met een omgeving vol anonieme, geometrisch vormgegeven architecturale giganten. Het park is als een tijdscapsule, maar welke informatie ligt erin besloten, en wat zegt die over ons, de mensheid? Verleden, heden en toekomst lijken hier de adem in te houden. Het werk van Emma van der Put is doordringend suggestief. De mensfiguur in al zijn lichamelijkheid wordt in haar Project Panorama geportretteerd als een autonome presentie, een lichaam dat monumentaal is én kwetsbaar tegelijk. Vanuit die dubbelzinnigheid reiken de sculpturen uit naar de wereld. Maar houdt het lichaam stand?
Het lichaam is kwetsbaar in onze tijd van geopolitieke spanningen en het uit elkaar vallen van sociale structuren. In haar prachtige gedicht Autotomie schrijft de Poolse dichter Wislawa Szymborska Bij gevaar deelt de zeekomkommer zich in tweeën: zijn ene zelf staat hij ter verorbering de wereld af, terwijl hij met zijn andere vlucht. (..) Op de ene rand de dood, op de andere het leven. Hier is wanhoop, ginds goede moed. (..) Wij kunnen onszelf ook delen, o zeker, wij ook. Maar alleen in lichamen en afgebroken fluisteringen. In lichaam en poëzie. Het gedicht van Szymborska gaat over de complexiteit van de menselijke ziel die zich terug kan trekken en onafhankelijk van het lichaam kan functioneren, om datzelfde lichaam te redden. De zeekomkommer deelt zich in tweeën, een gekko verliest zijn staart, een octopus kan een arm loslaten: bij gevaar wordt de verbinding verbroken, uit zelfbehoud. En die arm? Die kan weer aangroeien.
Kwetsbaarheid is zo bezien ook een kans. Een kans om vanuit het lichaam te onderzoeken wat de condities zijn voor nieuwe en andere verbindingen, voor bezieling. In de tentoonstelling Afgebroken fluisteringen – met werk van Krystel Geerts, Lieve Hakkers, Michal Helfman, Paul Kooiker, Cristina Lucas, Ana Navas, Emma van der Put, Marien Schouten, Dieuwke Spaans en Marenne Welten -is kwetsbaarheid een onderwerp dat veel verschillende gedaantes aanneemt. Van lichtvoetig en speels tot uitgesproken politiek, van louter formeel tot puur inhoudelijk, van cerebraal en sprookjesachtig wit tot uitbundige en brutale kleurigheid, van klein tot groot, van enkelvoudig tot gelaagd. Kwetsbaarheid is een fundamentele dimensie van het menselijk lichaam – niet alleen in zijn fysieke vorm, maar ook in zijn gevoelsmatige en relationele aard. Wanneer we kwetsbaarheid erkennen als een inherent onderdeel van het mens-zijn in deze tijd, en haar niet uitsluitend beschouwen als teken van politieke, economische of sociale ongelijkheid, dan opent zich de mogelijkheid om haar te zien als bron van kracht en als fundament voor menselijke verbondenheid. Afgebroken fluisteringen laat zien dat lichaam en poëzie weer in elkaar op kunnen gaan.